|
||||||||
|
Armand van Wijck speelt chromatische mondharmonica en suling ( Balinese bamboefluit), hij is van Indonesische/Nederlandse/Creoolse afkomst en dat heeft er toe bijgedragen dat hij de jazz combineert met diverse muzikale volks tradities. Na zijn afstuderen aan het conservatorium in Rotterdam vertrok hij in 2020 naar Gothenburg in Zweden, daar haalde hij zijn Master in improvisatie en wereldmuziek aan Hogskolan. Het was niet makkelijk om zijn goedlopende projecten als het CoolHaven Quintet en samenwerkingen met bands als het Ivy Lemos Trio en het Chi Quartet waarmee hij o.a. optrad in China, achter zich te laten. Hij raakte verliefd op de Zweedse violiste Magdalena Eriksson die ook op dit album is te horen, ze begonnen een folk-jazz duo. In 2023 kreeg hij de kriebels om zich opnieuw volledig op de jazz te storten en vormde een nieuwe groep met muzikanten die hij tijdens zijn verblijf in Zweden had leren kennen. “ Nothing to declare” is het resultaat van deze vruchtbare samenwerking, behalve Armand op chromatische harmonica en suling, horen we Magdalena Eriksson op viool en zang, Axel Liliedahl Nordström op piano, Björn Petersson op contrabas en Johan Björklund op drums. Zijn in mijn oren zeer goed geslaagde album ontving ook in de Zweedse muziekpers lovende reacties zoals “very atmospheric folk-jazz with a multi-dimensional sound” in Orkester Journalen. Als tegenstander van teveel etikettenplakkerij ga ik niet akkoord met de term folk-jazz, het gaat hier gewoon over jazzmuziek. Het album begint met “Hardangervidda” de naam van een nationaal natuurpark in Noorwegen, Armand opent met fraaie melodieën op zijn harmonica ondersteunt door zachte piano akkoorden en roffelende drums, dan valt de viool in en ontspint zich een fraai amalgaam aan klanken die een lust zijn voor het oor. Het titelnummer “Nothing to declare” wordt ingeleid door de vioolklanken van Magdalena waarna de andere instrumenten een voor een invallen, heerlijke muziek die perfect geschikt zou zijn als filmmuziek. Dat geldt evenzo voor het verstilde “Autumn Sun” waarin piano en contrabas een fameus duet aangaan waarna Armand laat horen dat Toots inmiddels allang niet meer de enige tovenaar is op de chromatische harmonica, subtiel, sfeervol en teder kunnen de omschrijvingen zijn van zijn spel. Dat is ook heel duidelijk in zijn uiterst subtiele spel in het sfeervolle “Clouds & Clovers” waarom in godsnaam zenden ze niet dit soort prachtige muziek uit op de Nederlandse radio i.p.v. de gore middelmaat aan popgezeur die over de luisteraar wordt uitgestort? In “Nenek” horen we voor het eerst de exotische klanken van de suling, hetgeen weer een andere draai geeft aan de muziek en een inkijkje geeft van de muzikale roots van Armand, alweer indrukwekkend met een grote rol voor pianist Nordström. Het album eindigt met “Cosmic Spring Prelude” gevolgd door “Cosmic Spring”, in de prelude horen we piano en bas een hemelbestormende aanloop nemen naar het direct daarop aansluitende “Cosmic Spring”, alweer pure filmmuziek, met gesloten ogen zie je allerlei beelden je ogen passeren al naar gelang je fantasie, geweldig ! Bij mijn laatste zending te recenseren cd’s zitten er drie met bijdragen van de chromatische harmonica, toeval of niet, nee ik denk dat het stokje van Toots inmiddels allang is overgenomen door vele anderen en het heeft natuurlijk ook te maken met mijn liefde voor de harmonica, ik schrijf weliswaar niet meer over blues, maar Charlie Musselwhite is nog steeds een van mijn helden. Jan van Leersum.
|